Burgemeester Paul Depla begint zijn toespraak over het belang dat we blijven herinneren aan wat er is gebeurd 70 jaar terug. "Wie niet luistert naar de verhalen van gisteren en eergisteren, kan niets zinnigs zeggen over de wereld van morgen en overmorgen." Volgens de burgemeester laat de terreur uit de Tweede Wereldoorlog zien hoe kwetsbaar een maatschappij kan zijn.

De terroristische aanslag op het satirische weekblad “Charlie Hebdo” worden door Depla als voorbeeld genoemd van het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.

Hij roept het publiek dan ook op om zich niet de mond te laten snoeren. "Ik weet dat daar moed en kracht voor nodig zijn. Het is moeilijk om je uit te spreken wanneer de mensen in je omgeving stil blijven. Het is nóg moeilijker wanneer je zelfs gevaar loopt om uit te spreken wat je denkt."

Zee van bloemen

Nadat Liselotte Koopmans, leerling van het OLV-Lyceum, haar zelfgeschreven gedicht “Toekomst” heeft voorgedragen over de angst in het concentratiekamp is het tijd voor de kransleggingen. Een hele stoet van verenigingen, politieke partijen, stichtingen, religieuze instellingen en overheidsorganen tonen hun respect voor de slachtoffers. Niet alleen uit Nederland, maar ook uit landen als Israël, België en Polen.

Een paar personen leggen een krans enkel en alleen uit zichzelf. Zo is daar mevrouw Drenth uit Australië die bloemen legt voor haar familie die is gedeporteerd uit Breda. Ook het publiek krijgt op het eind de ruimte om iets neer te zetten bij het beeld. Een jong meisje in het roze legt samen met haar moeder een piepklein bloempje neer bij de rest van de bloemenzee. Op het kaartje bij het bloempje staat de tekst "Wees dapper."

Nadat het officiële gedeelte is afgelopen lopen de meeste mensen richting de Grote kerk voor het herdenkingsconcert.

Het concert met werken uit het requiem voor mannenkoor van Cherubini wordt uitgevoerd door de Koninklijke Zangvereniging Breda’s Mannenkoor, dat dit jaar zijn 150 jarig bestaan viert. Het koor wordt ondersteund door de strijkorkesten “Archi Amici” en “Camera Musicorum Bredana”, aangevuld met blazers en slagwerk van de Nieuwe veste. Het geheel staat onder leiding van Hans de Wit, chef-dirigent van het Breda’s Mannenkoor.